Flitspaal-onderzoek 2025: Aantal flitspalen keldert met 54%, maar Dordrecht is nieuwe flitshoofdstad

by Maikel Slomp, 7. November 2025

Een opmerkelijke paradox op de Nederlandse wegen: terwijl het Openbaar Ministerie investeert in nieuwe flitsapparatuur, is het totale aantal flitspalen in de 50 grootste steden en gemeenten in 2025 met meer dan de helft gedaald. Tegelijkertijd zijn de regionale verschillen groter dan ooit. In sommige steden is de kans op een snelheidsboete minimaal, terwijl één Zuid-Hollandse stad zich kroont tot de onbetwiste flitspaal-hoofdstad van Nederland.

Dat blijkt uit een actuele analyse, waarbij data van het Ministerie van Justitie en Veiligheid en het CBS over de eerste acht maanden van 2025 zijn geanalyseerd en vergeleken met dezelfde periode in 2024.

De belangrijkste bevindingen in het kort:

• Sterke daling: Het totaal aantal flitspalen in de 50 grootste steden daalde met 54% vergeleken met vorig jaar.
• Dordrecht aan kop: Met een dichtheid van 32,38 flitspalen per 1000 km is Dordrecht de nieuwe koploper.
• Uitzonderingen: Alleen in Hengelo (+200%) en Amsterdam (+9,6%) nam het aantal controles toe.
• Weinig controles: In Súdwest-Fryslân en Schiedam werd geen enkele flitspaal gemeld; in Oss en Zoetermeer is de kans op een flitsboete zeer klein.

De grote verrassing: een daling van 54% ondanks investeringen

In 2022 kondigde het Openbaar Ministerie (OM) nog aan 50 nieuwe mobiele flitspalen aan te schaffen en bestaande vaste palen te vervangen. De cijfers van 2025 schetsen echter een ander beeld. In de eerste acht maanden van dit jaar is het totaal aantal flitspalen op de wegen van de 50 grootste Nederlandse steden en gemeenten met maar liefst 54 procent gedaald vergeleken met dezelfde periode vorig jaar.

Bijna alle onderzochte steden laten een daling zien. De enige uitzonderingen zijn Hengelo en Amsterdam, waar het aantal respectievelijk met 200% en 9,6% is gestegen. De stijging in Hengelo is overigens relatief: de dichtheid ging van een lage 1,87 naar 5,62 flitspalen per 1000 kilometer.

Dordrecht is de flitspaal-hoofdstad van 2025

Terwijl de meeste steden het rustiger aan doen, voert Dordrecht de controles juist op. Automobilisten kunnen daar hun rechtervoet beter in toom houden: met gemiddeld 32,38 flitspalen per 1000 kilometer wegdek is de stad de absolute koploper van Nederland. Dit cijfer ligt bijna drie keer zo hoog als het landelijk gemiddelde van 11,94.

De top vijf wordt gedomineerd door steden buiten de Randstad, met twee Noord-Hollandse steden als uitzondering:

1. Dordrecht: 32,38 flitspalen per 1000 km
2. Haarlem: 30,47 flitspalen per 1000 km
3. Hilversum: 29,07 flitspalen per 1000 km
4. Helmond: 27,57 flitspalen per 1000 km
5. ‘s-Hertogenbosch: 22,21 flitspalen per 1000 km

Rustige wegen: Hier is de kans op een flitsboete het kleinst

In contrast met de koplopers staan de steden waar de snelheidslimiet zelden wordt gecontroleerd met flitsers. In Súdwest-Fryslân en Schiedam stond in de eerste acht maanden van 2025, net als vorig jaar, geen enkele vaste of mobiele flitspaal gemeld.

Ook in andere steden is de pakkans klein. In Oss staan gemiddeld slechts 1,15 flitspalen per 1.000 kilometer weg. Zoetermeer volgt met 1,21. De top vijf van steden met de laagste flitspaaldichtheid wordt gecompleteerd door Leeuwarden (2,06), Meierijstad (2,09) en Amstelveen (2,85).

De grootste dalingen zijn te zien in Zuid-Holland en Limburg. In Leiden nam het aantal controles af met 83,3%, in Leidschendam-Voorburg met 82,9% en in Zoetermeer met 80%. Ook Maastricht (-77,8%) en Nijmegen (-70,2%) controleren aanzienlijk minder.

Over de methodologie

Voor de analyse heeft het platform Online-Casinos.com het aantal mobiele en vaste flitspalen vergeleken dat door het Ministerie van Justitie en Veiligheid in de eerste acht maanden van 2025 is gemeld. Hierbij is gekeken naar de 50 grootste Nederlandse steden en gemeenten. Het gemiddelde aantal flitspalen werd afgezet tegen de straatlengte per stad in 2024, zoals gepubliceerd door het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS). Daarnaast zijn de resultaten vergeleken met de waarden uit de eerste acht maanden van 2024 (Stand: 27 oktober 2025).